Met ingang van 2015 is het toepassen van de werkkostenregeling (WKR) verplicht.
Dit houdt in dat uit principe alles wat de werknemer krijgt, loon is, maar dat
sommige kosten op nihil gewaardeerd worden,
sommige kosten onder de gerichte vrijstelling vallen en
maaltijden een forfaitaire waardering hebben.
Voorzover het totaal van de waarde (inclusief btw !) van deze kosten hoger is dan 1,92 % over de eerste € 400.000 van de loonsom en 1,18% over het meerdere van de loonsom (2024), is dat meerdere van de kosten belast als eindloon. Dit loon moet uiterlijk in de maand januari -na het desbetreffende jaar- aangegeven worden, dus de aangifte is in januari 2025 over het jaar 2024 (in januari 2024 over het jaar 2023).
(2023: 3 % tot € 400.000 en 1.18% over het meerdere.)
De volgende kosten worden op nihil gewaardeerd:
Er is een gerichte vrijstelling voor de volgende kosten:
Intermediaire kosten mogen onbelast vergoed worden aan werknemers, zoals
Sommige kosten MOETEN per werknemer verloond worden, zoals privé-gebruik auto en de niet-verhaalde verkeersboetes.
De overige kosten worden toegerekend aan de 1,92%, resp. 1,18 %(=de vrije ruimte in 2024), maar mogen ook verloond worden per werknemer. Het verlonen per werknemer verhoogt het fiscale loon en heeft dus invloed op bijvoorbeeld de premie afdracht en pensioen-opbouw/premie (en de toeslagen). De eindheffing (80%) is vaak goedkoper dan verlonen per werknemer.
Voorbeelden van kosten die onder de vrije ruimte gebracht mogen worden:
N.B. De vrije ruimte is klein, dus benut de nihilwaarderingen en de gerichte vrijstellingen!
N.B. Uit de administratie moet blijken onder welke categorie u de kosten indeelt!