Eind 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de sinds 2017 box III-berekening in strijd is met het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.

De mensen die op tijd bezwaar hebben gemaakt tegen hun aanslag voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020 tegen box III, krijgen een nieuwe aanslag.

Ook de aanslagen die op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststonden (=aanslagen met datum van 12 november 2021 en later), worden herrekend/opnieuw vast gesteld.

Het kabinet heeft de herrekening gebaseerd op de werkelijke vermogensverdeling met een nieuwe forfaitaire berekening: zie onderstaande tabel.

  2017 2018 2019 2020 2021 2022
spaargeld 0,25 % 0,12% 0,08% 0,04% 0,01% 0,01%
schulden 3,43% 3,2% 3,00% 2,74% 2,46% 2,46%
beleggingen 5,39% 5,38% 5,59% 5,28% 5,69% 5,53%

 

In overleg met de beroepsorganisaties van belastingadviseurs worden de komende tijd (jaren) een aantal proefprocedures gevoerd over de jaren 2017 tot en met 2020. Het ministerie heeft toegezegd dat  -mocht er een positieve uitspraak zijn voor belastingplichtigen- alle aanslagen 2017 t/m 2020 herzien zullen worden, dus ook voor de niet bezwaarmakers. Derhalve is het (tenzij men een individuele rechtszaak wil starten) niet nodig om alsnog bezwaar te maken tegen de 2017 t/m 2020 aanslagen .

Voor het jaar 2021 en 2022 worden er proefprocedures gevoerd over verschillende situaties. Daarom wordt er voor 2021 en 2022 -als er box 3 inkomen is -alleen voorlopige aanslagen opgelegd door de belastingdienst, zodat de belastingaanslag herzien kan worden na de proefprocedures.

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/inkomstenbelasting/box-3